Vorm en inhoud

DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS       

algemeen     groepen 1-2    groepen 3 t/m 8   model directe instructie   hoekenwerk   brede ontplooiing en zorg


Algemeen
Er wordt overwegend in groepsverband gewerkt, waarbij geprobeerd wordt de nodige ruimte te scheppen om zoveel mogelijk in te spelen op de ontwikkeling van de individuele leerling. Binnen het onderwijs in groepsverband vindt geregeld het werken in kleinere groepjes plaats bij het verwerken van diverse leerstofonderdelen.

De kinderen worden gegroepeerd in jaarklassen waarbij we proberen zo min mogelijk gecombineerde groepen te maken. Dit doen we omdat we van mening zijn dat we op die manier optimaal tegemoet kunnen komen aan de behoefte aan rust en structuur.

Binnen die groepen wordt wel gedifferentieerd, (d.w.z. dat de kinderen die het allemaal snel begrijpen door mogen werken, dat kinderen die extra uitleg nodig hebben extra uitleg krijgen en dat sommige kinderen op onderdelen met een speciaal programma mogen werken) en werken kinderen ook samen aan opdrachten, in tweetallen of in groepjes.

Zelfstandig werken
Dit is op onze school een werkvorm, die vanaf de onderbouw structureel wordt opgebouwd. In de groepen 1 & 2 leren de kinderen bijvoorbeeld al keuzes te maken d.m.v. het plan- en takenbord. Op een speelse manier leren de jongste kinderen om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun taken. In de hogere groepen wordt er gewerkt met dag- en weektaken. Wij vinden het belangrijk dat we bij kinderen een houding ontwikkelen van zelfredzaamheid, uitgesteld aandacht vragen en onderling samenwerken. Op die momenten creëert de leerkracht ruimte voor observaties en kan er extra aandacht gegeven worden aan de individuele leerling of groepjes van leerlingen die dat nodig hebben. De manier waarop we dit op school vormgeven is schoolbreed afgesproken en staat beschreven in ons vademecum, zodat de doorgaande lijn gewaarborgd wordt.





In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt volgens basisontwikkeling.

Uitgangspunten:

  • We vinden het erg belangrijk dat kinderen betrokken zijn  bij hetgeen ze doen en  binnen de activiteiten voldoende uitdaging vinden en krijgen zodat ze elke keer weer een stapje verder komen in hun ontwikkeling.
  • Dit betekent dat er een ruim onderwijsaanbod moet zijn  dat aansluit bij de ontwikkeling van het individuele kind.
  • Door het maken van speelhoeken proberen we de kinderen uit te dagen tot spel. Spel is voor het jonge kind de meest betekenisvolle activiteit om zich te ontwikkelen. Bovendien is spel een activiteit waarbij alle basisvaardigheden op een natuurlijke manier aan bod komen.

.        Naast het spelen als activiteitengebied is het aanbod gericht op:

      - constructieve activiteit / expressie
      - werken met materialen     
      - gespreksactiviteiten 
      - lees-, schrijf- en rekenactiviteiten

De overgang van groep 2 naar groep 3
De overgang van groep 2 naar groep 3 proberen we voor de kinderen zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. Na de meivakantie hebben groep 2 en 3 eens per week  een gezamenlijk uurtje "kieskasten" in het lokaal tussen groep 2 en 3 waarbij de kinderen zelf een speel-leeractiviteit mogen kiezen. Kinderen uit groep 3 kunnen, als ze dat willen dan weer even terug naar groep 2 en de kinderen uit groep 3 kunnen snuffelen aan de eerste reken- en aanvankelijk leesoefeningen uit groep 3.


 

Model directe instructie
Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met het model directe instructie. De werkwijze komt er in het kort op neer dat kinderen die begrijpen wat de bedoeling is van een opdracht, en geen instructie nodig hebben zelfstandig aan het werk kunnen gaan. Doorgaans zijn dit maar enkele kinderen. De rest van de groep krijgt klassikaal uitleg. Daarna kan een groot deel van de groep aan het werk. Voor de kinderen die meer uitleg nodig hebben wordt er een verlengde (extra) instructie gegeven en vervolgens kan de leerkracht met een klein groepje, of individueel, aan de instructietafel begeleiden bij het inoefenen.


In groep 3 t/m 8 werken de kinderen met (week)taken. Zij leren op deze wijze hun werk plannen als voorbereiding op later (denk aan het Voortgezet Onderwijs). De leerkracht helpt de leerlingen om zich deze vaardigheid eigen te maken.

In groep 3 maken de kinderen de overstap van het planbord (dagtaak) naar een weektaakje.  De kinderen hebben een deel van hun werk op een zgn. takenkaart staan en kunnen hiermee tijdens het zelfstandig werken aan de slag. Er wordt iedere dag tijd ingeroosterd voor zelfstandig werken. De kinderen zijn dan zelfstandig aan hun taak bezig, zodat de leerkracht extra hulp kan geven aan één of meerdere kinderen. 

 

Hoekenwerk
Groep 1 en 2 werken volgens het model van Basisontwikkeling. Daarbij is de themahoek heel belangrijk. Kinderen richten die hoek samen met de leerkracht in. Vaak worden er allerlei spulletjes van thuis meegebracht. In de groepen 3 t/m 8 worden enkele keren per jaar ook uitdagende hoeken ingericht a.d.h.v. een thema. Dat kan een thema zijn in het kader van een jaarfeest zoals Sinterklaas of Kerst of een thema aan de hand van bijv. een geschiedenis- taal of biologieonderwerp. In de hoeken wordt ook gekozen voor activiteiten die voor de kinderen uitdagend zijn en waar ze zelfstandig aan kunnen werken. Activiteiten uit de hoek staan op de weektaak en geven de kinderen de gelegenheid op een andere manier met de vakken/leerstof bezig te zijn.


Brede ontplooiing en Zorg
Zoals in het Voortgezet Onderwijs het accent ligt op kennisverwerving, leggen ook wij de nadruk op die vakken die belangrijk zullen blijven: lezen, taal en rekenen. Maar ook aan de creatieve vakken wordt veel aandacht besteed: zo worden er enkele musicals opgevoerd, zijn er voor alle groepen theaterdagen en wordt er door alle groepen meerdere keren per jaar groepsdoorbrekend geknutseld.  Hierbij dienen wij terdege rekening te blijven houden met het feit dat onze leerlingen naar vele vormen van Voortgezet Onderwijs zullen doorstromen. Wij zien het daarom als onze taak, alle capaciteiten die de leerlingen hebben zoveel mogelijk tot ontplooiing te brengen, zodat hem/haar het maximum aan mogelijkheden kan worden geboden bij een keuze van een schooltype in het Voortgezet Onderwijs. Als er al leermoeilijkheden ontstaan worden bijtijds de ouders ingeschakeld om hen te informeren. Nadat al het mogelijke is gedaan door het team (eventueel in overleg met de orthopedagoog) wordt, weer in overleg met de ouders, de situatie besproken en indien noodzakelijk een onderzoek aangevraagd (zie ook Speciale zorg)